De herkomst is onbekend, vermoedelijk van Nederlandse oorsprong. De naam doet vermoeden dat het ras uit Noord-Holland stamt en dat is ook waarschijnlijk het geval. Dat kan onder meer worden afgeleid uit het gegeven dat deze peer daar in het verleden op grote schaal werd aangeplant
De boom groeit zeer stijl, het hout is zwaar, stug en weinig vertakt. Sterke groeier, ontwikkeld zich krachtig. Wordt vrij algemeen aangetroffen als hoogstam.
Is niet vroeg vruchtbaar, draagt op latere leeftijd regelmatig geeft grote oogsten. Behoort tot de vroegrijpende variëteiten. Is niet bijzonder vatbaar voor ziekten.
De Noord-Hollandsche Suikerpeer kwam vrij veel voor. Het ras werd veel geëxporteerd naar Engeland, maar in Nederland werd dit ras niet zo gewaardeerd
Werd vroeger veel gekweekt voor export. Heeft voor het binnenland geen groote waarde en wordt de laatste jaren weinig of niet meer geplant.
Herkomst |
Nederland |
Ouderdom |
? |
Synoniemen |
Koningspeer, Suikerpeer, Reint Huismanpeer |
Aanplant |
1995 |
Boom |
Sterke groeier groeit zeer stijl, het hout is zwaar |
Gebruik |
Hand-stoofpeer |
Bloeitijd |
April |
Bloem |
Wit |
Bestuiver |
Kruidenierspeer |
Plukrijp |
Augustus |
Gebruikstijd |
Eind augustus |
Bewaren |
Niet houdbaar. Binnenkant wordt snel beurs, vroegtijdig plukken |
Vrucht |
Middelgroot, gelijkmatig van vorm, buikig |
Kleur |
Hard groen, bij rijpheid geelgroen met roestpuntjes en rond de steel vol roest |
Vruchtvlees |
Wit, vrij droog, zoet, weinig aroma, spoedig melig. |
Kelk |
Open in vlakke kelkholte |
Steel |
Lang, ondiep ingeplant |
Klokhuis |
|
|