Gewonnen door Cox te Colnbrook, Engeland, omstreeks 1830. Vermoedelijk zaailing van Ribston Pippin
Boom groeit matig, in de jeugd betrekkelijk steil. Vormt op latere leeftijd meer bolvormige kroon. Bereikt slechts matige grootte. Geschikt voor struikvorm en vormboom en als stamboom op beschutte plaatsen. Kan op alle onderstammen worden veredeld. Stelt hoge eisen aan den bodem, ongeschikt voor zware en koude grond. Bloeitijd middenvroeg. Vruchtbaarheid goed op jeugdige leeftijd. Kan jaarlijks dragen bij goede cultuurzorgen. Zeer vatbaar voor kanker en schurft. Vereist nauwkeurige ziektebestrijding.
Herkomst |
Engeland |
Ouderdom |
1830 |
Synoniemen |
Cox |
Aanplant |
1993 |
Gerooid |
2011 |
Boom |
Boom groeit matig, in de jeugd betrekkelijk steil |
Gebruik |
Hand en dessertappel. |
Bloeitijd |
Maart - April |
Bloem |
Wit |
Bestuiver |
Alkmene, James Grieve |
Plukrijp |
Half september tot begin oktober |
Gebruikstijd |
October - December |
Bewaren |
Tot december en onder ULO-bewaring tot eind april |
Vrucht |
Middelgroot, meer breed dan hoog. Regelmatig van vorm |
Kleur |
Groen met veel rood, bij rijpheid geel met helderrood, bij steel eenig roest |
Vruchtvlees |
Geel, saprijk, knappend, zacht zuur met uitgesproken aroma |
Kelk |
Klein, gesloten in vlakke kelkholte |
Steel |
Verschillend, soms matig lang en dun, soms kort en vergroeid met het vruchtvlees |
Klokhuis |
Klein, matig bezet met zaden |
|