Ingredienten:
135 g digestive koekjes
60 g havermoutvlokken
100 g roomboter
250 ml slagroom
3 pakjes (Philadelphia) roomkaas (samen 555 g)
150 g suiker
1 vanillestokje
1 citroen, rasp en sap
350 g kersen
10 g aardappelmeel
50 g pure chocolade

Bereidingswijze:
Bekleed de bodem van een springvorm met bakpapieÍ en vet de randen van de taartvorm in met boter.
Maak nu eerst de bodem van de taart.
Leg de koekjes in een stevig, hersluitbaar plastic zakje.
Sluit het zakje en sla de koekjes tot kruimels met een deegroller.
Rooster de havermoutvlokken in een koekenpan tot ze een beetje kleuren.
Voeg de boter in blokjes toe en blijf roeren tot ze gesmolten is.
Voeg dan de koekkruimels toe en meng het geheel goed.
Haal de pan van het vuur en schep dit koekjesmengsel in de taartvorm.
Druk goed aan met de achterkant van een lepel.
Zet de taartbodem in de koelkast en laat hem daar minimaal een uur lang hard worden.

Klop de slagroom lobbig in een kom.
Doe de roomkaas in een andere kom en voeg daar de suiker, de zaadjes van het vanillestokje, de citroenrasp en het -sap aan toe.
Meng dit goed tot het romig is.
Voeg dan de helft van de slagroom toe, spatel deze voorzichtig door de roomkaas, en voeg vervolgens de rest toe.
Blijf mengen tot een homogene massa.
Giet dit mengsel over de gekoelde taartbodem en strijk de bovenkant glad met een spatel.
Zet de taart minimaal een uur in de koelkast.

Serveer de taart met de kersensaus.
Laat hiervoor een pot kersen uitlekken en vang het vocht op (ongeveer 5,5 deciliter).
Meng een paar eetlepels van het sap in een kommetje met het aardappelmeel.
Breng de rest van het sap aan de kook en voeg, wanneer het kookt, het aardappelmeelpapje toe.
Laat de saus nog een minuutje koken tot ze bindt.
Voeg de kersen toe en naar smaak wat suiker.
Giet voor het serveren deze saus koud of lauwwarm over de taart en garneer met geraspte pure chocolade.