Appel en peer hebben 10 zaadbeginselen. Worden zij alle 10 goed bestoven dan heeft de vrucht 10 pitten.

De kers en pruim hebben maar 1 zaadbeginsel. Wordt deze bestoven dan is er maar 1 pit/steen dus een vrucht.

Planten die bestoven worden door stuifmeel dat met de wind wordt meegevoerd, de zogenaamde windbestuivers zijn o.a. de walnoot en tamme kastanje.

Weersomstandigheden hebben ook veel invloed.
Als het te warm is tijdens de bloei en er is een hoge luchtvochtigheid en veel zon (veel UV - straling) dan blijven stuifmeel en eicel (in de stamper) korter in leven waardoor de bloeitijd korter wordt en de kans op bestuiving daardoor kleiner.